Mijn stad
September 2013Posted by Linda Tue, October 01, 2013 20:28Luka was deze maand ‘in town’ en dan moesten we op trip
natuurlijk. Want voor het échte India moet je naar buiten. Ook voor Ronny en
mezelf was dit een serieuze verkenningstocht, een avontuur. Puur genieten! Met
verbazing achter elke bocht … I love it!
Er was zoveel te doen en te zien, dus minder tijd om te schrijven. Soms zijn
dingen hier ook te overweldigend en moet je ze wat laten bezinken vooraleer je ze
kan neerpennen. Iets wat mij nooit eerder overkwam, … want meestal rush ik
meteen naar mijn notebook om iets te kunnen vertellen. Maar hier in India is
het anders. Ik heb meer tijd nodig. Tijd om ‘mijn draai’ te vinden. Tijd om
confrontaties te verwerken. Tijd om te schrijven. Een voor mij toch wel vreemde
gewaarwording.
Natuurlijk heb ik heb met volle teugen genoten van de aanwezigheid van mijn
zoon. Het was heerlijk om elke dag
opnieuw zijn verwondering te zien en zijn respect voor de mensen hier te zien
groeien. Afstappen van de platgetreden paden. Dat zijn toch dingen die je je
kinderen wil meegeven, ook al zijn ze intussen zelf volwassen. Intense momenten
om te koesteren. Absoluut!
Maar voor ik je meeneem naar ‘den buiten’ laat ik je eerst kennismaken met mijn
stad, Bangalore.
Note: Bangalore heeft vele gezichten. In één stukje kan ik
nooit alles vangen. Dus hieronder: part 1.
Mijn stad
Aan ieder die van plan is om (ons) ooit (in) Bangalore te
bezoeken … alvast een waarschuwing. Iedereen is heel erg welkom, ik wil niet liever. Maar
misreken je niet. Bangalore is geen Indisch paradijs. Je wentelt je in The Big
City Life. Een stad die de laatste jaren als een soort Silicon Valley, een
IT-stad uit zijn grondvesten barstte. En die de voortdurende ontwikkeling moeilijk
kan bijbenen. Dat merk je vooral aan de
infrastructuur, het verkeer, de in-efficiëntie van dingen. De stad die nog
steeds de ‘City of Gardens’ wordt genoemd heeft zijn ‘groene longen’ verloren.
En vuilnis vind je, jammer genoeg, op elke straathoek.
Home is where the heart is ...
Ronny en ik wonen in een leuk appartement in de buurt van
Cambridge Road. Wij gaven na onze zoektocht in april drie favoriete plaatsen door aan het
begeleidende agentschap. Uiteindelijk werd het onze derde keuze. De twee andere
woningen konden niet weerhouden worden omdat de eigenaar ergens tussen april en
juni failliet ging. Een heel verhaal … want het ging om één van de grootste
miljonairs van het land: Vijay Mallya, dé Richard Branson van India, eigenaar van dé Indische
lagekostenvliegtuigmaatschappij … en van Kingfisher, het meest populaire bier
in India. Wat zeg ik; veruit het énige bier in India. De man had ook veel
vastgoed. Eén van zijn appartementen was
een cadeau voor zijn dochter, die eigenlijk nog thuis woonde. Een penthouse,
dat ze enkel gebruikte voor party’s en om te slapen als het na het feesten in
de stad eens laat werd. Kan je nagaan? Onze
monden vielen open toen wij in het voorjaar haar partystekje bezochten. Alles
very design. Een inloopkast om bij weg te dromen … een superdeluxe badkamer,
met een wasbassin uit gebroken matglas. Very chique! De keuken was misschien
iets minder praktisch … maar ja, die gebruikte ze wellicht amper. En
waarschijnlijk had ze een meid. Of twee… En als je als rijke in India een party
geeft dan huur je toch gewoon cateringpersoneel dat je dakterras (met twee
togen) in een oogwenk in een walking buffet omtovert. De rijken zijn hier echt
superrijk…
Ik denk dat er al financiële donderwolken hingen, en dat ze deze woningen snel verhuurd
wilden zien. Wij konden zelf niet geloven dat ze binnen ons budget vielen. Maar de
ballon ging niet op. We voelden al langer dat er dingen niet klopten en toen we
hoorden van het faillissement ging de deal uiteraard niet door.
Het derde appartement, onze woning nu… is een meer praktische
woonst. Modern maar minder design. Wel goed doordacht. En met een gezellig
dakterras. Ik kan dus buiten zonder mij altijd in het stadsgewoel te moeten
begeven. Een serieus geschenk, noem ik dat. En bij mij primeert nog altijd het
functionele op het architecturale. Zo heb ik in België ook altijd onze
architect(en) gebrieft. Eerst het functionele, dan het budget en kan dit alles
binnen een orgineel design? ;-) Want wat heb je aan een prachtig ontwerp van
een huis of meubel als het in gebruik niet meezit. De mannen waarmee ik in mijn thuisland samenwerkte
zijn hier altijd bijzonder goed in geslaagd. Ik was best wel fier toen ik
vorige maand hoorde dat de studenten Burgerlijk Ingenieur Architect ons huis in
Leuven als ‘case’ (focus rijhuis) hebben uitgekozen en één van de komende
maanden onze woning ook zullen bezoeken en analyseren. Damned … en ik ben zelf
niet thuis. Maar
ben ervan overtuigd dat Luka de honneurs goed zal waarnemen.
A man in a
uniform
De meeste appartementen in Bangalore bevinden zich in een
afgesloten domein, met één of meer securitymannen aan de poort. Gewichtig
uitgedost in een uniform. Dat is heel gewoon en ook zo bij ons. Aan elke ingang
staan er minimum twee. Eén man in het wachthok, de andere opent de poort. Ik
denk dat ons complex er een stuk of 6 heeft … wachters. En dat is ook vooral
hun taak. Wachten! Die mannen wachten wat af in hun leven. Ik kan mij eigenlijk geen saaiere job
voorstellen. Als je home-delivery bestelt (in Bangalore kan je zowat alles,
maar dan ook álles aan de deur laten leveren) komen er zelfs één of twee securityguards
mee tot aan je deur. Je komt hier als vreemde dus niet zomaar binnen. Ze kijken
altijd heel streng, maar als ik dan de deur openzwier tonen ze hun breedste
glimlach. Er is er eentje die ik nooit aan het lachen krijg. Ik noem hem in
stilte de Beefeater. Zoals de wachters van het koninklijke paleis in Londen. Noteer:
ooit zal het mij lukken!
En dan is er
nog een kerel waar ik geen hoogte van krijg. En hij van mij ook niet,
voor hem letterlijk dan want hij loenst een beetje. Erg voor hem …
ik heb altijd het raden waar hij naar kijkt. Wat mij betreft gaat zijn blik
altijd naar de meest ongepaste plekken. Ik heb altijd de neiging om ‘in
beeld te springen’. Zo van: 'Hallo, hier ben ik!’ Maar ik blijf toch maar discreet. Die brave man kan er ook niks aan doen dat hij scheel kijkt. En
hoogstwaarschijnlijk kijkt hij mij gewoon recht aan. Stel je voor…
De wachters, ja … Ze komen zelfs mijn post persoonlijk afleveren. Voor hen is
dat blijkbaar even een ‘verzetje’.
Come up and
see me, make me smile …
Ons appartement is gelegen in een minder fraaie buurt. Je
moet voor een verplaatsing al snel de wagen nemen. Alhoewel we ook meer en meer
te voet onze omgeving beginnen te verkennen. Ik koop elke week een boeketje bij
één van de plaatselijke bloemisten. En op het zondagse marktje vind je meestal
betere groenten dan in de supermarkt. Bovendien steun ik nog altijd het liefst de
kleine ondernemer. --------------Eén van de bloemenzaken in de buurt, een garagebox groot...
Maar voorlopig deed ik dit soort uitstappen enkel en alleen
in het gezelschap van mijn man, en vorige week ging Luka met mij mee. Ik dacht
dat hij mij zou uitlachen als ik hem vertelde dat ik in deze ‘achterbuurt’ nog
niet alleen op straat was geweest (wel in de drukkere binnenstad, natuurlijk …
mij hou je niet thuis). Maar hij gaf mij gelijk, begreep het volkomen. Dat zijn
dingen die je eerst aan den lijve moet ondervinden. We blijven vreemde eenden
in de bijt. En sommige mannen gapen mij echt, heel nieuwsgierig en met open
mond aan. En dan kan ik nog van geluk
spreken dat ik niet blond ben en geen mannequinmaten heb. Dan zou ik misschien
helemaal geen voet durven buitenzetten ;-).
Neen, dit is overdreven … de mensen
hebben echt wel goeie bedoelingen. En het zijn net de ménsen die India zo
bijzonder maken. Als buitenlanders vallen we gewoon heel hard op. Alhoewel dit
in het Bangalore CityCenter nogal meevalt. De eerste keer dat we het plaatselijke marktje
bezochten, wist wel meteen de hele buurt dat wij er geweest waren. Ons Komala kwam mij
achteraf vertellen dat wij ‘gespot’ waren. Iedereen had het gezien en sprak
erover. Zo grappig.
En toch ga ik één van de komende dagen hier alleen de
straat op … Ik wil het écht!!! Er zijn intussen enkele handelaars die me al wat
beter kennen. En dat geeft vertrouwen. Vorige week werd de druk een beetje van
de ketel genomen ... door mijn zoon. Ineens kreeg Luka alle aandacht! Voor mij een hele verademing. Misschien werd
ik nu, doordat mensen ons samen zagen, in mijn ‘moeder’rol bevestigd. De jonge meisjes
in uniform die recht van de schoolbanken kwamen, verzamelden zich proestend, giechelend
en gibberend toen ze hem zagen. En enkele puberjongens deden maar al te graag
een ‘high-five’ met hem, toen we passeerden. De hele week lang werd hij benaderd
door kinderen die hem bewonderend aankeken. Kleine kinderen durven
meer en zijn ontvankelijk … ze stelden hem telkens weer dezelfde vragen: ‘How’s
your name’ en ‘Where you from?’ ;-)
Allemaal beestjes …
Binnen de omheining van ons appartementencomplex is alles
mooi onderhouden. De oprit, het gazon, de bloemenperken en enkele wuivende
palmbomen. Als je daarentegen buiten de poort op straat komt, moet je voorbij
grote stinkende vuilnishopen, waar honden en koeien op zoek zijn naar eten. Er
is hier gewoon geen regelmatige vuilnisophaling en van sorteren heeft men hier
blijkbaar nog nooit gehoord. Er zou, volgens Ronny, wel een afvalbeleid zijn …
maar eerlijk gezegd, als er al sensibilisering is, dan heb ik daar voorlopig
nog niet veel van gemerkt. Een doorn in mijn oog, want sorteren is er mij met
de paplepel ingegoten. Mensen draaien gewoon het ruitje van hun wagen naar
beneden om afval weg te gooien. In België durf ik daar mensen over aan te
spreken. Zie je mij hier al bezig. Iemand erover aanpakken terwijl je zelf naast
een stinkende vuilnisbelt staat. Het ergste gevolg van het zwerfvuil zijn toch
wel … de ratten! Zij zijn net zoals de andere dieren op zoek naar iets eetbaar.
De mensen in de buurt vinden die dieren misschien heel gewoon .. maar ik zal nooit écht aan ratten wennen. Ratten horen niet
in een straatbeeld waar kleine kinderen spelen. Waar
is die man met zijn fluit als je hem nodig hebt? Zou dat niks zijn … de ‘Rattenvanger
van Bangalore’? Werk genoeg hier! En toch..
tegenwoordig loop ik de beestjes al voorbij, zonder er veel aandacht aan te
schenken …
De normvervaging doet zijn werk … ;-)
---------------Vuilnis overal, ook in het water :-( --------
En dan zijn er uiteraard ... de koeien. Die hossen hier gewoon over straat. Je
ziet ze in de kleine binnenstraatjes, maar evengoed op drukke, grotere wegen. Koeien zijn heilige dieren voor Hindoes. De
eigenaar stuurt ze ’s morgens de straat op. En dan gaan ze op zoek naar voedsel.
Tegen de avond keren ze vanzelf terug naar hun woonst. Koeien mag je geen
onheil aandoen. Laat staan dat men ze hier opeet. Als een rund je pad
blokkeert, mag je wel eens claxonneren … maar als hij niet verroert, moet je
maar zien of je er omheen geraakt. Een te harde tik tegen de billen staat
buiten discussie. De man die een koe omrijdt, begaat een doodzonde. En dan kan
je gegarandeerd rekenen op een rel op straat.
En het eten van rundsvlees is dus,
vooral voor hindoes, helemaal uit den boze. Alhoewel Ronny en ik wel eens een
steak gaan eten, op restaurant. Veel eetgelegenheden prijzen hun rundsvlees
(als ze het al hebben) daarom ook aan als ‘buffalovlees’. Dat mag dan zogezegd
weer wel ;-). Sinds we hier in India zijn hebben we onze vleesconsumptie
drastisch ingeperkt. Neen, we zijn geen vegetariërs geworden, het is geen doel
op zich en we kunnen absoluut nog genieten van een sappig stukje vlees… Maar,
we missen het niet, en we staan versteld van het grote en lekkere aanbod in
vegetarische gerechten. Maar daarover later eens meer…
De koeien van Bangalore staan er maar magertjes bij en vaak kan je hun knoken
tellen. Een groot geribd lijf op megaschrale pootjes. Als ze die dieren dan
toch zo vereren … doe ze dit leven dan toch niet aan, en gun ze iets beter. Het
stadsleven is niets voor deze dieren. Waar zijn organisaties als Gaia in deze
contreien? Maar ze horen er bij, de beestjes. Van het eerste rund kijk je nog
op … nu omarm ik ze al in mijn stadsblik.
Alhoewel … vorige week verwenste ik
zo’n beest nog naar de koeienhemel, of neen … laten we het houden bij een
sappige groene weide;-). Luka en ik kwamen net terug van een shoppingmall waar
we nieuwe schoenen hadden gekocht. En ik wou die van mij persé onmiddellijk in
de winkel al aandoen, omdat mijn andere schoenen knelden. Toen Ram, onze
chauffeur ons daarna nog dropte in een drukke winkelstraat, trapte ik bij het
uitstappen prompt in datgene wat een koe na een volledig doorlopen
spijsverteringsproces nogal eens achterlaat. En Luka had mij nog wel net
gewaarschuwd. ‘Kijk uit voor de …’ bij het vallen van het woordje ‘koeienvlaai’
stond zijn moeder er al in! Holy Cow Shit! Dat was balen. De drie mannen die op het trapje
voor een winkel zaten, kwamen niet meer bij van het lachen. De koe waarvan ik wellicht
slachtoffer was stond enkele meters verder geparkeerd. Ze keek me herkauwend
aan met een gezapige lamablik. Rund!
De middenstand regeert het land?
Ik beschrijf de dingen die mij het meeste frapperen. En dat zijn niet altijd de mooiste. Ik kan ook vertellen over de vele shoppingmalls die in deze grootstad als champignons uit de grond springen (zal ik ook wel eens doen). Ik kan vertellen over de majestueuze (business)gebouwen die men overal aan het rechttrekken is. Ik kan verhalen over de ongeziene moeite die men doet om het Westen bij te benen. Soms vraag ik mij af of ze nog wel moeten bijbenen. Als het op kennis en human capital aankomt, merk ik dat men die dingen hier écht wel sterk ontwikkelt. Men heeft gewoon pech dat het allemaal niet gestructureerd wordt aangepakt, dat men aan een project begint zonder een greintje langetermijnvisie en dat men bovendien af te rekenen heeft met een corrupte overheid. Heel erg jammer allemaal.
Anderzijds heb ik nog nooit zoveel ‘ondernemers’ gezien, als
hier in Bangalore. Als ze iets kunnen of iets hebben om te verkopen, doen ze
het. Al is hun standje een zakdoek groot, hun winkeltje een garagebox klein, of hun handkar zelfgemaakt van oude fiets- of karrewielen. Van commercen hebben ze
kaas gegeten. ’t Is te zeggen … ze pakken de dingen aan! Of het met een visie
is, laat ik hier even in het midden. Een marktkramer met alleen maar koriander?
Of iemand die enkel tomaten verkoopt. Het kan hier perfect.
De fruithandelaars met een grotere variëteit aan vruchten zijn bovendien meesters in het stapelen van hun waar. Niemand kan zulke perfecte pyramides bouwen met sinaasappelen, appels of mango’s. Een secuur werkje waar veel aandacht aan besteed wordt. Het rode prompt naast het gele en daarnaast de groene kleur. Alles netjes uitgekiend. De kleuren spatten letterlijk uit hun shop!
Als de handelaars hun producten wegen gebeurt dat hier nog echt met zo’n echte oude weegschaal met loden gewichtjes. Je weet wel … die waar Vrouwe Justitia altijd mee balanceert. Geweldig! Toch nog anders dan gaan winkelen in de Colruyt waar alles voor je gewogen wordt aan de kassa of bij de zelfbediening in de Delhaize, waar er na een druk op het juiste figuurtje van de elektronische weegschaal, je etiket er netjes uitrolt.
Een kraam met alleen maar knoflook en gember. De man in kleermakerszit weegt zijn producten op de oude artisanale manier ----
Fietsenmakers, schoenmakers, riskjaherstellers … je vindt ze
gewoon langs straat, hun job in kleermakershouding uitvoerend van ’s
morgensvroeg tot ’s avonds laat. Soms is
hun stand maar een kast groot. Als ze geluk hebben, beschikken ze over een box
die ze openklappen en ’s nachts kunnen afsluiten.Maar vaak hebben ze zelfs helemaal
geen - om het op zijn ‘DimitriDetremmeries’ te zeggen- ‘infrastructuur’. Dan
maken ze gewoon wat plaats op de stoep, op een doek, een paar tegels groot …
En dan heb ik nog niet gehad over de talrijke kleine foodstandjes. Mensen die heerlijk geurend voedsel bereiden. Een beetje de frietkramen van bij ons vroeger. Alleen nóg kleiner. Het aanbod is ontzettend groot. Jammer genoeg heb ik mij (nog) niet echt durven wagen aan dit soort voeding. Alhoewel de geuren mij meer dan eens het water in de mond lieten lopen.
Maar één van de ondernemers die wel het meest van mijn
respect verdient is de man die zijn handkar elke dag tot op dezelfde plaats
duwt. De man die zonder enige vorm van elektriciteit er elke dag in slaagt om de hemden
en sari’s van zijn klanten te strijken. Zomaar … op straat. En inderdaad, het
is een man! Gisteren kreeg ik de kans om één van de strijkmannen te
fotograferen. Ze hanteren een loodzwaar
strijkijzer dat ze vullen met hete kolen. Vaak doen ze de strijk van een hele
buurt. Momenteel valt de temperatuur hier in Bangalore nog mee (van 19-28°C).
In de zomermaanden moet hun job moordend zijn. Respect!
Mijn bewondering voor de kleine ondernemer in Bangalore is
enorm! En het zijn die gewone,
hardwerkende mensen die mij voorbij het vuil, de ratten en koeienvlaaien doen
kijken en stappen, en soms er middenin! ;-).
Mensen maken mijn India mooi … elke dag opnieuw!
Meer posts lezen...
- Comments(1)//misses.bright-side.be/#post10